Een werknemer heeft (in beginsel) recht op loon. Een werkgever kan op zijn beurt een vordering hebben op een werknemer. Bijvoorbeeld indien de werknemer (i) onrechtmatig gelden van de werkgever heeft toegeëigend, (ii) een contractuele boete is verschuldigd of (iii) per abuis eerder te veel loon heeft ontvangen. Voor een werkgever kan het wenselijk zijn om deze vorderingen te verrekenen met het loon van de werknemer. Hier gelden echter strikte voorschriften voor. In een blogreeks van drie blogs zoomen wij hierop in. In deze tweede blog gaan wij in op de mogelijkheden als werkgever om bedragen te verrekenen met het loon tijdens het dienstverband.
Het verschil tussen bedragen inhouden op en verrekenen van loon
Bij verrekening gaat het om een situatie waarbij de werknemer een bedrag aan de werkgever verschuldigd is en de werkgever wil dit bedrag verrekenen met het loon. Denk aan de situatie dat een werkgever aan het begin van de maand een voorschot heeft verstrekt aan een werknemer in geldnood en dit voorschot aan het einde van de maand wil verrekenen met het loon.
Bij inhouding gaat het om een situatie waarbij bedragen aan een derde verschuldigd zijn en de werkgever wil of moet een bedrag namens de werknemer aan de derde afdragen. Dit bedrag houdt de werkgever vervolgens in op het loon van de werknemer. Denk hierbij aan een collectieve zorgverzekering waarbij de werkgever de premie namens de werknemer aan de zorgverzekeraar betaalt.
Het inhouden en het verrekenen van loon hebben een eigen toetsingskader. In deze tweede blog beperken wij ons tot de rechten en plichten bij het verrekenen van bedragen met het loon.
Algemene regels en specifieke regels voor verrekening
De algemene regels voor verrekening staan in boek 6 van het BW, meer specifiek in artikelen 6:127 tot en met 6:141 BW. Zo staat in artikel 6:127 BW dat voor een geldig beroep op verrekening onder meer nodig is dat de vordering opeisbaar is.
In artikel 7:632 BW staan regels die specifiek gelden voor verrekening gedurende een arbeidsovereenkomst. Voor zover artikel 7:632 BW niet anders bepaald zijn eveneens de algemene regels uit boek 6 van toepassing op de verrekening.
Limitatieve opsomming van voor verrekening vatbare vorderingen
Een werkgever kan niet iedere vordering op een werknemer verrekenen tijdens het dienstverband. Enkel de volgende vorderingen op een werknemer zijn voor verrekening vatbaar tijdens het dienstverband:
1. Schadevergoedingen die verband houden met de arbeidsovereenkomst;
2. Een boete mits schriftelijk bewijs met daarop het bedrag, de tijd en de reden van (alle) boete(s), tot een maximum van 10% van het loon;
3. Voorschotten op het loon, mits dit schriftelijk is vastgelegd;
4. Het bedrag dat te veel is betaald bovenop het loon;
5. De huurprijs van (on)roerende zaken die door de werknemer in eigen bedrijf worden gebruikt en die bij schriftelijke overeenkomst door de werkgever aan de werknemer zijn verhuurd.
Buiten de hiervoor genoemde gevallen is verrekening tijdens het dienstverband dus niet toegestaan. Zo werd de werkgever die tijdens het dienstverband te veel genoten vakantiedagen met het loon verrekende, teruggefloten door de rechter (Rb. Limburg 26 april 2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:4084).
Een andere situatie die zich wel eens voordoet, is de werknemer loon heeft ontvangen en kort nadien door de werkgever wordt vastgesteld dat geen aanspraak op loon bestaat omdat het niet verrichten van arbeid voor rekening van de werknemer komt. Denk daarbij aan detentie. Komt de werknemer vervolgens uit detentie en heeft hij weer recht op loon, dan kan een werkgever tot verrekening overgaan van het tijdens detentie te veel betaalde loon.[1]
Beperking: verrekenen met loon tot maximaal het minimumloon
Het is niet mogelijk om met het volledige loon te verrekenen. Een werknemer moet altijd een minimaal inkomen behouden. Verrekening onder de grens van het minimumloon is daarom niet toegestaan. In de gevallen dat de beslagvrije voet hoger ligt dan het wettelijk minimumloon, geldt de beslagvrije voet als drempel. De beslagvrije voet is per geval verschillend, het wettelijk minimumloon wordt per 1 juli 2025 € 14,40 per uur. Een werknemer moet dus altijd het gewerkt aantal uur vermenigvuldigd met het wettelijk minimumloon uitbetaald krijgen, voor zover dit hoger ligt dan de beslagvrije voet.
Uitzondering op deze hoofdregel is indien de werkgever een werknemer een voorschot heeft verstrekt op het loon en partijen schriftelijk zijn overeengekomen dat het loon met dit voorschot wordt verrekend (artikel 7:632 lid 2 BW). Er hoeft dan geen rekening gehouden te worden met het minimumloon (zie ook mr. Uitman en mr. Uilen ‘Verrekening in het arbeidsrecht: de ‘spelregels’, in vakblad Beloning & Belasting 2019/-0087).
Voor boetes geldt tevens een uitzondering. Bij contractuele boetes kan slechts verrekend worden ter hoogte van maximaal 10% van het loon.
Sancties bij onterecht verrekenen met loon
Artikel 7:632 BW is van dwingend recht. Worden bedragen in strijd met dit artikel verrekend, dan kan de werknemer alsnog zijn loon vorderen met daarop eventueel de verhoging van artikel 7:625 BW en de wettelijke rente.
Indien het loon onder het minimumloon uitkomt na verrekening, loopt de werkgever daarnaast het risico dat de Nederlandse Arbeidsinspectie overtredingen vaststelt op grond van de WML en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hoge) boetes oplegt. In een recente zaak uit eigen praktijk was de Minister van SZW voornemens om een uitzendbureau een boete op te leggen van circa € 100.000, – voor (o.a.) het onterecht inhouden van huur bij diverse uitzendkrachten. Voor meer informatie over wat te doen tegen een dergelijke boete verwijzen wij naar ons E-book met als titel: Wat kun je doen tegen een boete van de Nederlandse Arbeidsinspectie?
Voorts is relevant dat een werkgever die een vordering verrekent met het loon onder de beslagvrije voet, in strijd handelt met de eisen van goed werkgeverschap. Wij kunnen ons dan ook voorstellen dat een werknemer onder omstandigheden een aanvullende schadevergoeding kan vorderen. Opvallend is de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 18 maart 2022 waarin de rechter besliste dat de helft van de verkeersboetes ad € 477,- voor rekening van de werkgever kwamen, omdat de werkgever de boetes in een keer had verrekend met het salaris van een werknemer en daarmee in strijd had gehandeld met goed werkgeverschap.[2]
Verrekenen bij einde dienstverband
In onze volgende blog gaan wij in op het wettelijk kader voor wat betreft de bevoegdheden van een werkgever bij het verrekenen van bedragen met loon na afloop van het dienstverband.
Contact advocaat arbeidsrecht Eindhoven?
Voor vragen over inhoudingen op en verrekeningen met het loon van de werknemer kun je met ons contact opnemen (boystenden@lawandpepper.com of juliedenhaak@lawandpepper.com). Wil je op de hoogte blijven van al onze arbeids- en arbeidsmigratierechtelijke blogs? Volg dan de LinkedIn-pagina van Law&Pepper Advocaten.
[1] Rb. Zeeland-West-Brabant 11 april 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2438.
[2] Rb. Overijssel 18 maart 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:1016.
