Een klant van een bank is met vakantie. Na een lange reis stapt hij in een taxi. De rit kost zo’n € 130,–. Hij probeert te betalen met zijn betaalpas, maar volgens de chauffeur werkt het apparaat niet goed. De klant probeert het nog eens, maar zonder succes – althans, dat wordt hem verteld door de taxichauffeur. Uiteindelijk voert hij de betalingstransactie contant uit en denkt hij er tijdens zijn vakantie verder niet meer over na.
De klant ziet later op zijn bankafschrift dat er in plaats van € 130,– ruim € 2.400,– van de rekening is afgeschreven. De klant neemt contact op met de bank en legt uit dat hij is misleid. De bank weigert terugbetaling: de klant had de transactie namelijk zelf uitgevoerd door gebruik te maken van zijn eigen betaalpas en eigen pincode. Volgens de bank is de transactie dus “toegestaan”. De klant stelt daarentegen dat sprake is van een niet-toegestane betalingstransactie.
In bijgaand blog zal onze collega Bryan je meer vertellen over de verschillen tussen de toegestane en de niet-toegestane betalingstransactie en de dunne lijn die daartussen bestaat.
Dunne lijn toegestane of niet-toegestane betalingstransactie
Bovengenoemde situatie laat zien hoe dun de lijn kan zijn tussen een bewuste betaling en een fraudegevoelige misleiding waardoor de klant de betalingstransactie verricht zonder eigenlijk zichzelf te beseffen dat hij de betalingstransactie heeft verricht.
Een ander voorbeeld betreft een man die in een nachtclub in Polen een wel heel dure fles sterke drank had gekocht van € 900,–, terwijl hij dacht dat hij voornoemde betalingstransactie in Poolse Zloty had betaald.
Wanneer een klant van een bank instemt met een betalingstransactie, volgens de afgesproken vorm en procedure met zijn bank, dan geldt deze betalingstransactie als “toegestaan”. Dat is het uitgangspunt. De klant is in dat geval zelf verantwoordelijk voor de betaling. Op grond van artikel 7:533 lid 4 BW is de bank verplicht om zo’n correct gegeven betalingsopdracht uit te voeren.
Geen vergoeding bij fraude, opzettelijk handelen en grove nalatigheid
Als de klant geen toestemming geeft voor een betalingstransactie, is er volgens artikel 7:522 lid 2 BW sprake van een niet-toegestane betalingstransactie. In dat geval moet de bank het bedrag van de transactie onmiddellijk terugbetalen aan de klant (artikel 7:528 lid 1 BW), tenzij er sprake is van een uitzonderingssituatie als opgenomen in artikel 7:529 lid 1 BW. Daarvan is sprake als de consument zelf fraude heeft gepleegd, opzettelijk heeft gehandeld of grof nalatig is geweest.
Een greep uit enkele praktijkvoorbeelden waar wij recent ervaring mee hebben gehad:
1) het meewerken van de klant aan de fraude door een belscript te volgen,
2) het afgeven van de bankpas en pincode en daarmee met grove nalatigheid de overeengekomen veiligheidsregels niet nakomen,
3) het op afstand toegang geven aan fraudeurs op computers of telefoons (Anydesk, Teamviewer).
In dergelijke geval is de klant toch aansprakelijk voor de schade die uit de niet-toegestane betalingstransactie voortvloeit. Een kanttekening hierbij is dat de bewijslast – van bijvoorbeeld grove nalatigheid – op de bank rust. Dat is een belangrijke kanttekening, omdat zaken op dergelijke onderdelen kunnen worden beslist. Tevens is in artikel 7:592 lid 2 BW de bevoegdheid opgenomen voor een rechter of geschillenbeslechter om de aansprakelijkheid van de klant voor de verliezen die uit een betalingstransactie voortvloeien te beperken. Wij zien dat voornoemd artikel (soms ten onrechte) wordt gebruikt en het is juist dan goed om daartegen gewapend te zijn.
Conclusie betalingstransactie praktijkvoorbeelden
In de zaak uit de inleiding kreeg de vakantieganger overigens nul op zijn rekest. De klant had zelf zijn pas en pincode gebruikt en alle stappen van het betaalproces correct doorlopen. Dat hij door de taxichauffeur mogelijk is misleid over het bedrag, maakte in die zaak juridisch gezien geen verschil. Een duur ritje dus.
Hetzelfde kan worden gezegd van de persoon die is genoemd in het andere voorbeeld die in een nachtclub in Polen een “erg” dure fles sterke drank had gekocht. Deze betalingstransactie werd bestempeld als toegestaan. Een andere betalingstransactie van dezelfde persoon in deze zaak daarentegen werd aangemerkt als niet-toegestaan. Echter, ook hier had de klant nul op zijn rekest, want hij kon niet verklaren hoe de transactie kon plaatsvinden via zijn betaalpas en pincode. De verklaring van de klant dat de pincode zou zijn geraden, is buitengewoon onwaarschijnlijk en dit wordt niet gevolgd.
Heb je vragen over wat te doen als financiële instelling bij fraude?
Bij Law&Pepper verzorgen wij regelmatig cursussen. Zo ook over fraude bij financiële instellingen en de zorgplicht van banken. Daarbij vinden wij het vanzelfsprekend dat de inhoud van onze presentatie op jouw organisatie is afgestemd. Benieuwd wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen? Neem dan vrijblijvend contact op met Philippe Jansen.
